Ministrieel Besluit van 3 april 2020 - Aanpassing MB van 23 maart 2020

06/04/2020

Ministrieel Besluit van 3 april 2020 - Aanpassing MB van 23 maart 2020

De coronaviruspandemie heeft een sterke impact op het professionele leven in onze bedrijven en organisaties. Voorlopig tot 19 april 2020 worden er zowel van werkgevers als werknemers inspanningen gevraagd om de verspreiding van het virus tegen te gaan. 23 maart 2020 werd het ministerieel besluit gepubliceerd die maatregelen uitvaardigde en een onderscheid maakte tussen essentiële en niet-essentiële bedrijven. 3 april 2020 werden deze maatregelen nogmaals aangepast (zie bijlage).

 

Wat verandert er nu wel of niet?

Niet-essentiële sectoren

Bedrijven uit de niet-essentiële sectoren zijn - ongeacht hun omvang - verplicht om telewerk te organiseren voor elke functie waar dat mogelijk is, zonder uitzondering.

  • Waar telewerk niet mogelijk is, zal de social distancing strikt worden gerespecteerd. Deze regel geldt zowel voor de uitoefening van het werk als voor het door de werkgever georganiseerde vervoer. Als het voor bedrijven onmogelijk is om aan die verplichtingen te voldoen, moeten zij hun deuren sluiten.
  • Als de autoriteiten vaststellen dat de social distancing-maatregelen niet worden nageleefd, wordt de onderneming in eerste instantie een zware boete opgelegd. In geval van niet-naleving na de sanctie zal de onderneming moeten sluiten.

 

Cruciale sectoren

Bovenstaande bepalingen zijn niet van toepassing op bedrijven van de cruciale sectoren en de essentiële diensten, met inbegrip van producenten, leveranciers, aannemers en onderaannemers van goederen, werken en diensten die essentieel zijn voor de uitvoering van de activiteit van deze bedrijven en deze diensten.  Deze bedrijven en diensten zijn echter gehouden om, in de mate van het mogelijke, het systeem van telethuiswerk en de regels van social distancing toe te passen.

De cruciale sectoren en essentiële diensten, met hun beperkingen, zijn de volgende :

  • PC 124 – Paritair comité voor de bouwsector : Beperkt tot de dringende werkzaamheden en tussenkomsten.
  • PSC 149.01 – Paritair subcomité voor de elektriciens: installatie en distributie: Beperkt tot de dringende werkzaamheden en tussenkomsten.
  • PSC 149.04 – Paritair subcomité voor de metaalhandel : Beperkt tot onderhoud en herstelling.
  • PC 200  - Aanvullend paritair comité voor de bedienden : Beperkt tot de bedienden noodzakelijk bij onderhoud, herstelling, productie en toelevering van bedrijven die behoren tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten.

De aanpassing die het Ministerieel Besluit voor het PSC 149.01 aanbrengt houdt in dat waar voorheen geen beperking voorhanden was voor het PSC 149.01, dit vanaf 3 april 2020 wel voorhanden is, met name ‘beperkt tot de dringende werkzaamheden en tussenkomsten’.

 

 

Daarenboven verduidelijkt het nieuwe ministerieel besluit dat het de bedrijven van de cruciale sectoren en essentiële diensten ook omvatten (i) de producenten, (ii) de leveranciers en (iii) de aannemers en onderaannemers van goederen, werken en diensten die essentieel zijn voor de uitvoering van de activiteit van deze bedrijven en deze diensten.

Duidelijk wordt nu dat de groothandelaars vallende onder het toepassingsgebied van het PSC 149.01 onder de cruciale sectoren en essentiële diensten vallen, weliswaar beperkt tot de dringende werkzaamheden en tussenkomsten.

 

Welke preventiemaatregelen moet de werkgever nemen?

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wijst op een aantal preventieve maatregelen die op de werkvloer best worden genomen om de verspreiding van het coronavirus op de werkplek zo goed mogelijk tegen te gaan.

Het gaat onder meer om maatregelen die betrekking hebben op:

  • het voorzien van propere en hygiënische werkplekken (zoals bureautafels, toetsenborden) door deze regelmatig te ontsmetten;
  • het toepassen van een goede handhygiëne door werknemers door het voorzien van handontsmettingsmiddelen op zichtbare plaatsen;
  • het voorzien van een goede respiratoire hygiëne op de werkplek door het gebruik van papieren zakdoekjes ingeval van hoesten en niezen;
  • het informeren van werknemers dat ze zich met ziektesymptomen zoals hoest en/of koorts beter niet naar de werkplek begeven;
  • het voorzien van thuiswerk;
  • het voorzien van instructies ingeval iemand ziek wordt met een vermoeden van het hebben van het coronavirus: lees ook: Hoe ga ik als werkgever om met werknemers die corona- of griepsymptomen vertonen?

Een uitgebreide opsomming van de verschillende preventiemaatregelen op de werkvloer vindt u in dit advies van de WHO.

Deze checklist kan gebruikt worden: Checklist preventie COVID 19.

Concreet

Uiteraard dient de werkgever in de mate van het mogelijke alternatieve veiligheidsmaatregelen te treffen om uw werknemers optimaal te beschermen zowel tijdens het uitvoeren van hun werk als tijdens de verplaatsingen, vb:

  • Handschoenen
  • Mondmaskers
  • Veiligheidsbril
  • De werknemers dienen zich apart te verplaatsen, tenzij ze in het bedrijfsvoertuig de social distancing maatregel kunnen respecteren (strenge controle).

Indien nodig, kan de werkgever haar werknemers stimuleren om de verplaatsing met eigen wagen te doen.  Voor deze interventies is de algemene verplichting van het opmaken van een risicoanalyse niet van toepassing.

terug naar het overzicht

Verklaring over cookies